
Tips en handvatten voor als je klant of leverancier failliet is
20 mei 2025
Tips en handvatten voor als je klant of leverancier failliet is
20 mei 2025
WhatsApp als bewijs in de rechtszaal: wat mag (en wat niet)?
We communiceren steeds vaker digitaal. In de zakelijke sfeer worden afspraken per e-mail bevestigd, en privé worden meningsverschillen of toezeggingen vaak besproken via WhatsApp. Deze berichten kunnen cruciale informatie bevatten wanneer er later een juridisch geschil ontstaat. Maar hoe ziet de rechter deze digitale uitingen? En is een screenshot van een WhatsApp-gesprek werkelijk voldoende als bewijs in een civiele procedure?
Vrije bewijsleer en digitale communicatie
De Nederlandse wet kent een zogenoemde “vrije bewijsleer” in het civiele recht. Dat betekent dat in principe elk bewijsmiddel is toegestaan, zolang de rechter het aanvaardbaar acht. Digitale berichten, zoals WhatsApp-gesprekken, e-mails of sms’jes, kunnen dus als bewijs dienen. De wet stelt hierop geen principieel verbod. Toch is het niet zo eenvoudig als “printen en inleveren”.
Wat telt, is de vraag in hoeverre de inhoud van het bericht betrouwbaar, herleidbaar en volledig is. Een enkele screenshot, buiten context en zonder nadere toelichting, weegt zelden zwaar. De rechter wil zekerheid over de herkomst: wie heeft het bericht verzonden, op welk moment, en in welke context? Vooral bij conflicten over afspraken of gedragingen kan die context doorslaggevend zijn.
De valkuil van het selectief bewijs
In de praktijk zien we regelmatig dat partijen slechts een deel van een conversatie aanleveren. Bijvoorbeeld: een ondernemer die een klant een betaallink stuurt via WhatsApp, en die conversatie gebruikt als bewijs van een betalingsafspraak. Maar als die link onderdeel was van een langer gesprek, waarin bijvoorbeeld voorwaarden werden besproken of twijfels werden geuit, dan is de betekenis van die enkele zin opeens minder helder. Rechters zijn zich hiervan bewust. In procedures is het dan ook verstandig om altijd het gehele relevante gesprek aan te leveren.
Betrouwbaarheid en echtheid
Een WhatsApp-bericht is op zichzelf geen notariële akte of onderhandse overeenkomst. Het heeft een informatieve waarde, maar het bewijst niet zonder meer dat iets “waar” is. De rechter beoordeelt de inhoud, samen met andere stukken en verklaringen. Is het bericht echt? Klopt de datum? Is de afzender te verifiëren? Bij twijfel kan de rechter besluiten het bewijs terzijde te schuiven of slechts beperkt gewicht toe te kennen.
Te veel is ook niet goed: de valkuil van 300 pagina’s aan berichten
Hoewel rechters vaak de voorkeur geven aan de volledige context van een digitaal gesprek, betekent dat niet dat het overleggen van een hele WhatsApp-conversatie – soms wel honderden pagina’s lang – altijd verstandig is. In sommige zaken leveren partijen letterlijk een document aan van 300 pagina’s aan chats, in de hoop daarmee volledige transparantie te bieden. In werkelijkheid kan dit averechts werken.
Een rechter of wederpartij zal niet ieder bericht woord voor woord lezen, en juist in zulke overvolle documenten raakt de kern van de zaak vaak zoek. Relevantie is essentieel. Alleen datgene wat juridisch van belang is – afspraken, toezeggingen, escalaties – verdient een plek in het dossier. Overladen bewijsstukken kunnen bovendien de indruk wekken dat men de kern van het bewijs probeert te verhullen in een lawine aan irrelevante informatie.
Daarom zorgen wij altijd dat we de berichten gericht selecteren: we tonen het volledige relevante gedeelte van de communicatie, niet het hele chatarchief. Als het nodig is om langere passages te tonen voor context, zorgen we dat deze goed leesbaar en gemotiveerd is opgenomen, en altijd is voorzien van een toelichting in de processtukken.
Advies: zorgvuldig verzamelen én presenteren
In zaken waarbij digitale communicatie een rol speelt, adviseren wij klanten om zo vroeg mogelijk te beginnen met het vastleggen en ordenen van bewijs. Dat betekent: geen losse screenshots, maar complete exports. Geen halve berichten, maar gesprekken in hun geheel. En zeker geen pogingen om bewijs “te knippen en plakken” om het eigen verhaal sterker te maken – dat keert zich vaak tegen je.
Daarnaast moeten we rekening houden met privacywetgeving, vooral wanneer berichten van derden worden gebruikt. Het ongevraagd overleggen van privéberichten zonder toestemming kan op zichzelf juridische gevolgen hebben.
Conclusie
WhatsApp en e-mail zijn volwaardige communicatiekanalen, ook in het recht. Maar wie ze als bewijs wil gebruiken, moet zorgvuldig te werk gaan. Wat telt is niet alleen wát er gezegd is, maar ook hoe, wanneer, door wie – en in welk kader. Rechters willen een compleet en eerlijk beeld.
Bij Cluster Advocatuur begeleiden wij klanten regelmatig bij geschillen waarin digitale communicatie een rol speelt. We weten waar rechters op letten – en waar het mis kan gaan. Wil je weten of jouw digitale bewijsmateriaal stand kan houden in een juridische procedure? Neem dan gerust contact met ons op. Onze specialisten staan klaar om je te helpen met deskundig advies en begeleiding.