
Uber-chauffeurs en de arbeidsovereenkomst: wat zegt de Hoge Raad?
16 december 2025
Uber-chauffeurs en de arbeidsovereenkomst: wat zegt de Hoge Raad?
16 december 2025
Reorganisatie Spotify NL: adviesrecht ondernemingsraad ook bij ‘kleine’ ontslagen
Adviesrecht ondernemingsraad ook bij ‘kleine’ reorganisaties: de les uit de Spotify-zaak ¹
Veel werkgevers denken dat de ondernemingsraad pas hoeft te worden betrokken bij een reorganisatie wanneer er twintig of meer ontslagen vallen. Dat idee is begrijpelijk, omdat de Wet melding collectief ontslag juist die drempel hanteert. Maar voor de Wet op de ondernemingsraden ligt dat anders. De recente uitspraak van de Ondernemingskamer in de zaak over Spotify Netherlands B.V. maakt dat duidelijker dan ooit.
Spotify kondigde eind 2023 een wereldwijde reorganisatie aan waarbij in Nederland negentien medewerkers hun baan zouden verliezen. Dat is ongeveer elf procent van het personeelsbestand. Omdat het aantal ontslagen nét onder de Wmco-drempel lag, meende Spotify dat geen advies hoefde te worden gevraagd aan de ondernemingsraad. Volgens het bedrijf ging het niet om een wijziging die als ‘belangrijk’ in de zin van de WOR kon worden aangemerkt.
De ondernemingsraad dacht daar anders over en stapte naar de Ondernemingskamer. Die gaf de ondernemingsraad gelijk. Volgens de Ondernemingskamer vormde de ontslagronde wél een belangrijke inkrimping van de werkzaamheden en bovendien een belangrijke wijziging in de organisatie. Dat de Wmco niet van toepassing was, maakte dit oordeel niet anders: de WOR werkt met een open norm en geen harde grens. Juist omdat elf procent van de Nederlandse organisatie zou verdwijnen en de gevolgen groot waren voor zowel de betrokken werknemers als de continuïteit van het werk, had Spotify de ondernemingsraad vooraf om advies moeten vragen.
Omdat dat niet was gebeurd, oordeelde de Ondernemingskamer dat Spotify niet in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen. Het bedrijf moest het reorganisatiebesluit intrekken en de gevolgen ongedaan maken. De ontslagen konden dus niet worden doorgezet zonder een alsnog doorlopen adviestraject.
Voor werkgevers betekent dit dat zij bij iedere reorganisatie moeten nagaan of deze qua impact als ‘belangrijk’ kan worden gezien. Een getalsmatige drempel bestaat daar niet; het draait om de betekenis van de wijziging voor de organisatie en haar medewerkers. Voor werknemers en ondernemingsraden geldt dat zij zich bewust mogen zijn van hun positie: als een besluit ingrijpend is, dan hoort de ondernemingsraad daarbij betrokken te worden, ook wanneer het om een relatief klein aantal ontslagen gaat.
De kernboodschap van deze uitspraak is eenvoudig: wie reorganiseert, doet er verstandig aan de ondernemingsraad tijdig aan tafel te zetten. Dat voorkomt vertraging, juridische tegenslag en onnodige onzekerheid.
¹ Hof Amsterdam 22 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3520
